Art in Paradise en Wat Doi Suthep

22 januari 2017 - Doi Suthep - Pui National Park, Thailand

Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt door een groot gebouw even buiten het centrum van Chiang Mai met de tekst "Art in Paradise". Voor de ingang grote vitrines met foto's. Hele grappige foto's van gewone mensen in bijzondere situaties. Ik wist het al snel: hier moet ik naar binnen!

Zo gezegd zo gedaan en ik heb er geen seconde spijt van gehad. Een walhalla voor mensen die creatief willen zijn met hun fototoestel. En daar reken ik mezelf onder. Ik vond een jeugdige medewerker bereid om een ronde van maar liefst anderhalf uur met me mee te lopen om mij met mijn eigen toestel te vereeuwigen. Hij had er zichtbaar lol in en ik ook. Na afloop kostte het me de nodige moeite om hem 100 Baht te laten accepteren. "I just do my job", zei hij bescheiden. 

Ik zal jullie vandaag niet opschepen met alle foto's, want dat is te veel van het goede. Een aantal plaats ik nu en wie weet de komende dagen of weken zo nu en dan nog eentje. Of twee. Of drie. En als het vervelen gaat moet je het gewoon zeggen. # durf te reageren.

Ben vanmorgen soepeltjes mijn bed uitgekomen. De massage heeft me echt goed gedaan. Voor herhaling vatbaar zelfs!

Vanochtend heb ik een uitstapje gemaakt naar de verderop gelegen Wat Doi Suthep. "Wat" betekent tempel en "Doi" betekent berg dus het laat zich raden dat deze tempel op een berg staat. Per 12-persoons taxibusje ben ik er al op tijd naar toe gegaan. Wat Doi Suthep wordt gezien als de mooiste en belangrijkste tempel van Chiang Mai. De tempel bevindt zich halverwege de 1600 meter hoge berg. Om er te komen moet je een trap van meer dan 300 meter bestijgen.

Ongeveer 95 procent van de Thaise bevolking is Boeddhistisch. Overal zie je in oranje pijen geklede monniken, nonnen, boeddhabeelden en sierlijke Wats (tempels). Het boeddhisme neemt hier in het dagelijks leven een zeer belangrijke plaats in. Dit komt duidelijk naar voren tijdens de religieuze feestdagen en festivals, meestal met volle maan. Arm of rijk, iedereen helpt de bedelmonniken aan een schep rijst, gaat regelmatig naar de Wat en heeft in zijn huis een altaar voor Boeddha. Een dagelijks zichtbaar symbool is het bladgoud op de boeddha's. De flinterdunne stukjes goudfolie worden verkocht in kleine boekjes en in de tempel op een Boeddha gedrukt. Van iedere Thaise man wordt verwacht dat hij gedurende korte tijd monnik wordt. Meestal gebeurt dat nadat hij van school komt en voordat hij aan zijn carrière gaat beginnen. Sommige monniken blijven de rest van hun leven in het klooster. Voor de plattelandsfamilies betekent dat laatste veel: een monnik in de familie betekent geluk en aanzien.
Veel Thai geloven ook in geesten. Tatoeages en gezegende amuletten (phra phum) met beeltenissen van Boeddha of beroemde monniken moeten geluk brengen of beschermen tegen kwade invloeden. In de tuin of op het terrein van vrijwel elk huis, kantoor of openbaar gebouw staat een geesthuisje (phra phi), een miniatuurhuisje dat vaak op een zuil staat en de vorm heeft van een kleine tempel. Ze zijn bedoeld als huizen voor de geesten die op dat speciale stuk land wonen. Mensen hebben dat land in gebruik genomen, maar de geesten moeten toch een eigen onderkomen hebben, zodat ze niet boos worden en dan onheil brengen. Om de geesten tevreden te houden, moeten er voortdurend voedseloffers en kransen bij worden gezet. In navolging van het Hindoeïsme beweert de boeddha dat alles wat bestaat een eeuwige opeenvolging is van ontstaan en vergaan (reïncarnatie), waaraan in principe niets kan ontsnappen; niet de goden, niet het universum, niet de mensen. Die juiste weg bestaat uit een systeem van denken en handelen dat ervoor zorgt dat het karma, van degene die hem bewandelt, verbetert. Karma is een soort optelsom van alle goede en slechte gedachten en handelingen uit dit en vorige levens; een verantwoording voor het geleefde leven. Door goed te doen proberen boeddhisten de cyclus van wedergeboorte zo voordelig mogelijk te beïnvloeden. Dat kan bijvoorbeeld door het geven van geschenken aan de plaatselijke Wat (tempel), de verering in de Wat, het voeden van bedelmonniken of het (tijdelijk) intreden in een klooster. Ook mediteren en het ondernemen van pelgrimstochten behoren hiertoe. Zo, dat was een heel stuk cultuur op deze zondag.

Als rechtgeaarde, nuchtere westerling kan ik mij weinig voorstellen bij reïncarnatie. Hoezeer het me ook spijt,  ik geloof er gewoon niet in. In mijn vorige leven (als horzel) ook al niet. 

Neemt niet weg dat de mensen in Thailand helemaal in hun geloof opgaan. In de Wat Doi Suthep is dat goed te zien. Kaarsjes aansteken, een kruisje slaan, knielen in de tempel zijn steeds terugkerende rituelen die de hele dag plaatsvinden. Het vele bladgoud maakt er een prachtig schouwspel van.

Vanaf de tempel beloofden de folders een prachtig uitzicht over de stad. Dat klopte precies want door smog en mist was de stad prachtig uit zicht. Speciaal voor mijn schoonvader Jan heb ik nog wel even de airstrip van de Luchthaven Chiang Mai op de foto gezet. Met kunst- en vliegwerk en een bewerkingsprogramma is het als het goed is nog net te ontwaren. 

Leuk was een ontmoeting met een jeugdige voetbalgekke Costa Ricaan, Bernal genaamd. Hij studeert enkele jaren in China om de taal te leren en houdt vakantie in Thailand. We kwamen elkaar tegen in de taxi en toen ik vertelde dat ik vlakbij Groningen woon kende hij die stad van FC Groningen. Gespreksstof te over dus. Bernal is een echte globetrotter en de afspraak is gemaakt dat zodra hij in Nederland is, hij me mailt en met me mee gaat naar de Euroborg. 's Avonds hebben we op een terrasje een pizzaatje gegeten. Daarna ging hij de stad nog in en ik terug naar mijn hotel. Blog schrijven en foto's uploaden. Het zijn er veel vandaag. Druk druk druk.

Ik denk nog even niet aan fietsen. Morgen ga ik beslissen of ik eerst naar het noordelijker gelegen Chiang Rai zal gaan of eerst nog even in Chiang Mai blijf. Ik denk het eerste, maar ga er nog een nachtje heerlijk over slapen.

Laa Kohn!

Foto’s